3. Prestatie van de onderlaag in relatie tot de akoestiek

Doorgaans zijn onderlagen van invloed op de akoestische eigenschappen van MMF-vloeren.

Karakteristiek:

IS: contactgeluidvermindering (Impact Sound Reduction)

Onder contactgeluiden verstaan we het geluid dar in de ruimte onder of naast het vloersysteem wordt waargenomen. Dit geluid kan door lopen (voetstappen), vallende voorwerpen e.d. worden veroorzaakt.

De IS-waarde is de maat voor reductie van het geluid dat op dezelfde ondervloer met en zonder de vloer veroorzaakt wordt.

De onderlaag moet in combinatie met de vloer worden getest, aangezien een eenvoudige extrapolatie van onderlaag en vloer niet mogelijk is.

Hoe hoger de IS-waarde, des te beter vermindert de onderlaag – in combinatie met de vloer – het contactgeluid.

De vloer is duidelijk van invloed op de IS-waarde van het vloersysteem. Er moet worden vermeld, of de systeemtest met de referentievloer van groep 1 met HDF-drager heeft plaatsgevonden en/of deze met de referentievloer van groep 2 met LVT-drager is uitgevoerd. Daarom moeten ISHDF voor onderlaaggroep 1 (beschreven in CEN/TS 16354:2013) en/of ISLVT voor onderlaaggroep 2 (beschreven in CEN/TS 16354:2013) worden vermeld.

RWS: reductie uitgestraald loopgeluid (Radiated Walking Sound Reduction)

Onder loopgeluid verstaan we het geluid dat te horen is, wanneer de vloer in de ruimte zelf gebruikt wordt (bijv. belopen, spelen etc.). Op basis van EN 16205 werd speciaal voor laminaatvloeren een testprocedure ontwikkeld, die het “waargenomen volume” van een vloer met de RWS-waarde kan weerspiegelen.

Aanwijzingen: de in de actuele status van EN 16205 beschreven waarde van Ln, walk, A correleert slechts deels met het ervaren volume. – Referentiewaarde in ontwikkeling

Hoe lager de RWS-waarde, des te beter wordt de emissie van loopgeluiden door de onderlaag verminderd.

De vloer is van wezenlijke invloed op de RWS-waarde van het vloersysteem. Er moet worden vermeld, of de systeemtest met de referentievloer van groep 1 met HDF-drager heeft plaatsgevonden en/of deze met de referentievloer van groep 2 met LVT-drager is uitgevoerd. Om die reden moeten RWSHDF (zie A1.7.1) en / of RWSLVT (zie A.1.7.2) worden aangegeven.