2. Prestatie van de onderlaag in relatie tot het gebruik van de MMF-vloer

MMF-vloeren zijn in verschillende gebruiksklassen onderhevig aan verschillende belastingen. De onderlaag moet de integriteit van de vloer garanderen. Anderzijds moet de onderlaag zelf deze belastingen kunnen weerstaan, zonder langdurig zijn technische kwaliteiten te verliezen.

Algemeen wordt ten onrechte aangenomen, dat dikke onderlagen in dit opzicht beter functioneren. Dit is zeker NIET het geval.

In plaats ervan is de absolute vervorming bij belasting belangrijk. Algemeen kunnen we ervan uitgaan, dat een maximale vervorming van 0,5 mm voor vloeren van het type 1 resp. een geringere vervorming voor vloeren van het type 2 is toegestaan, om de verbinding tussen de modules te beschermen. Dikke onderlagen kunnen in dit opzicht nadelig zijn. Daarom zijn de hieronder beschreven kenmerken van belang.

Hieronder worden de technische kenmerken beschreven, die van invloed zijn op de functionaliteit van een vloer:

Karakteristieken:

DL: dynamische drukbestendigheid (Dynamic Load)

De dynamische drukbestendigheid beschrijft de bestendigheid m.b.t. De dynamische druk die door het belopen en rijden van bureaustoelen, rolwagens e.d. over de vloer wordt uitgeoefend. De onderlaag moet deze herhaaldelijke, korte belastingen kunnen doorstaan, zonder dat deze zijn eigenschappen op den duur verliest.

Deze eigenschap wordt door middel van de DL-waarde uitgedrukt. Deze wordt bepaald, door op de onderlaag kort een vastgelegde dynamische last aan te brengen en de onderlaag daarna weer te ontlasten. Deze cyclus wordt in een vastgelegde frequentie herhaald. De DL-waarde is de maat voor het aantal belastingscycli waarbij zich een afname van de onderlaagdikte van 0,5 mm voordoet.

Hoe hoger de DL-waarde, des te langer is de onderlaag bestand tegen de herhaaldelijke dynamische belastingen.

Afhankelijk van de onderlaaggroep worden er verschillende belastingen uitgeoefend.
Daarom moeten DL25 en/of DL75 worden opgegeven:

De vloer heeft een belangrijk effect op de lastverdeling. Afhankelijk van de vloer, is de onderlaag onderhevig aan verschillende belastingen. Daarom worden er DL-tests op onderlagen uit groep 1 verricht met een maximumdruk van 25 kPa en bij onderlagen uit groep 2 met een maximumdruk van 75 kPa.

CS, CC: drukbestendigheid (Compressive Strength) en permanente drukbestendigheid (Compressive Creep)

= Prestatie in relatie tot statische belasting

Statische langdurige belastingen van de vloer, bijv. door de vloer zelfs of door op de vloer staande zware meubels (bijv. kasten, piano’s, aquaria) kunnen op den duur een afname van de onderlaagdikte veroorzaken.

De drukbestendigheid (CS) geeft aan, welke last nodig is om de onderlaag in zijn dikte 0,5 mm in te drukken.
De permanente drukbestendigheid (CC) bepaalt, welke last gedurende een richtperiode van 10 jaar op de vloer kan worden uitgeoefend, totdat deze 0,5 mm is ingedrukt.

Case 1 – CS
Sterke vervormingen kunnen bij een verbindingssysteem en/of de draaglaag onherstelbare schade veroorzaken. Door middel van een drukbestendigheidstest kan worden bepaald, welke last op de verbinding tussen de elementen van de vloer moet worden uitgeoefend om de vloer 0,5 mm in te drukken.

Hoe hoger de CS-waarde, des te beter beschermt de onderlaag het verbindingssysteem en voorkomt deze spleten en scheuren, hoogteverschillen, krakende geluiden etc.

Case 2 – CC
Wanneer een onderlaag langdurig door een statische last wordt ingedrukt, kunnen alle technische eigenschappen, zoals akoestiek en thermische isolatie, het vermogen om oneffenheden te egaliseren etc. verloren gaan.

Hoe hoger de CC-waarde, des te grote kan de statische last – zoals zware meubels – zijn die langdurig op het vloersysteem wordt uitgeoefend, zonder dat er technische voordelen verloren gaan.