Verwarming/koeling

MMF-vloeren kunnen in combinatie met vloerverwarmings- en/of koelsystemen worden gelegd.

Voor een langdurige, probleemvrije werking van de MMF-vloer boven een vloerverwarming dient er altijd zorgvuldig rekening te worden gehouden met de keuze van het verwarmingssysteem, de deklaag en de vloer.

Levering en installatie van de vloerverwarming moeten voldoen aan de huidige stand van de techniek. Deze moet door een vakkundig bedrijf in overeenstemming met de betreffende verwarmingscriteria in bedrijf worden gesteld.

Installatie

Schakel de verwarming compleet uit. Wacht totdat de vloertemperatuur ca. 18 °C bedraagt. Stel het verwarmingssysteem na het leggen van de vloer weer in bedrijf en verhoog de temperatuur geleidelijk (5 °C per dag). De maximaal toegestane oppervlaktemperatuur bedraagt 27 °C.

Controleer of de deklaag volledig is gedroogd en er een verwarmingsprotocol aanwezig is.

Zorg ervoor dat de relatieve luchtvochtigheid in de ruimten gedurende de verwarmingsperiode niet te laag is, zodat de vloerplanken niet kromtrekken en er geen openingen ontstaan.

Bij een temperatuur van 18-22 °C moet een relatieve luchtvochtigheid van minimaal 35% gewaarborgd zijn. Gebruik indien nodig een luchtbevochtiger. Dit geldt voor alle soorten vloeren op houtbasis.

Vermijd lokale hitteaccumulatie, die onder tapijten of lopers of als gevolg van een te geringe afstand tussen meubels en vloer kan ontstaan.

Vloerkoeling

Steeds meer systemen bieden een combinatie van verwarming en koeling. Om technische en fysieke redenen kan het ‘s winters verwarmen en ‘s zomers koelen bij organische vloeren problemen veroorzaken. Daarom moeten altijd de richtlijnen van de betreffende fabrikant worden gevolgd. Ook hier gelden vanzelfsprekend de installatie-instructies voor het leggen van vloeren boven een vloerverwarming.

Het is van belang dat vloerkoelsystemen zijn uitgerust met een modern regel- en veiligheidssysteem, om een interne condensatie te voorkomen (dauwpuntregeling). Om schade aan de MMF-vloer te voorkomen, mag de aanlooptemperatuur van het koelwater niet tot onder een bepaalde temperatuur, de zogenaamde dauwpuntttemperatuur, dalen. Lagere temperaturen leiden tot condensatie binnen de vloerconstructie en tot een beschadiging van de vloer: kromtrekken, vervormingen, bollen en vorming van voegen.

In principe wordt voor de vloerkoeling een warmtedoorgangsweerstand (R-waarde) van minder dan of gelijk aan 0,09 m²K/W (vloer + onderlaag) aanbevolen. Hoe lager de R-waarde, des te beter!

Verwarmingsfolie (alleen voor speciale oplossingen)

Verwarmingsfolies of andere „nieuwe“ systemen die op de deklaag of houten ondergrond worden aangebracht, zijn niet altijd geschikt voor MMF-vloeren. Vloeren uit de MMFA-klasse 1 met een vaste kern zijn meer geschikt, flexibele en warmtegevoelige vloeren echter juist niet. Neem altijd de instructies van de fabrikant in acht! Meer richtlijnen voor deze toepassingen vindt u hieronder.

Om ongelijkmatigheden in vloeren te egaliseren, voor isolatiedoeleinden en – met name – voor het inbedden van folie-elementen en de elektrische aansluitingen, moet een onderlaag worden gebruikt. In principe geldt voor deze constructievorm deze volgorde: eerst de onderlaag, daarna de verwarmingsfolie en ten slotte de MMF-vloer.

Voor deze systemen moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:

  • De warmte moet zich gelijkmatig over de complete vloer verdelen, zodat er geen koudere of warmere delen ontstaan.
  • De warmte straalt naar boven en niet naar beneden!
  • De maximale oppervlaktemperatuur bedraagt niet meer dan 27 °C.
  • De elektrische aansluitingen tussen de panelen moeten dun genoeg zijn, zodat ze in de onderliggende mat kunnen worden ingebed, met behoud van hun stabiliteit en elektrische veiligheid.

Een tweede soort verwarmingssysteem dat bij renovaties wordt toegepast, maakt gebruik van warmwaterleidingen of elektrische weerstanden, die in frames zijn ingebouwd. Hierbij gaat het meestal om polystyrol-panelen, die met metalen platen kunnen worden gecombineerd. Wij beschouwen deze systemen als betrouwbaarder, aangezien ze een gelijkmatigere warmteverdeling garanderen, warmte-isolatie onder de vloerverwarming bieden, én als een goed contactoppervlak en stabiele ondergrond onder de modulaire vloer dienen. De bovengenoemde instructies gelden nog steeds, zijn echter eenvoudiger te volgen.

Al deze aspecten moeten met de leverancier/installateur van het verwarmingssysteem worden afgestemd, zodat deze zijn verplichtingen m.b.t. de hier genoemde situaties kan nakomen.